Een opmerkelijk bewaard gebleven zonnehoed uit het Romeinse tijdperk, die ongeveer 1600 jaar oud is, is na een uitgebreide conservering tentoongesteld in het Bolton Museum in Engeland. De hoed, ontdekt in 1911 door de Britse archeoloog Sir Flinders Petrie op de Lahun-locatie in de Egyptische Fayum-regio, biedt een zeldzaam kijkje in het dagelijkse leven van Romeinse en vroegchristelijke Egyptenaren.
Een unieke vondst
De hoed is een van de slechts drie bekende voorbeelden in zijn soort die tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. De conische pet is gemaakt van levendig gekleurde vervilte wol en heeft een brede rand die is ontworpen voor bescherming tegen intens zonlicht en zandstormen. Het artefact heeft een diameter van ongeveer 45,5 cm en is gestikt uit vier delen bruin vilt, versterkt met een rode rand en gebonden in groene en blauwe wollen stof. Decoratieve kettingsteken langs de naden benadrukken het hoge vakmanschap.
Wie droeg het?
Hoewel het exacte doel van de hoed onzeker blijft, denken experts dat deze gedragen kan zijn door een lid van het Romeinse leger dat in Egypte gestationeerd is. Het ontwerp vertoont overeenkomsten met Romeinse hoofddeksels uit de derde eeuw, maar lijkt toch aangepast aan het barre Egyptische klimaat. Dit suggereert dat een Romeinse soldaat de stijl heeft aangepast aan de lokale omstandigheden, of dat de hoed is gemaakt door Egyptenaren, beïnvloed door Romeinse ontwerpen.
De Koptische periode
De hoed ontstond tijdens de vroegchristelijke of Koptische periode van Egypte, die begon rond 395 na Christus na de fragmentatie van het Romeinse Rijk. Gedurende deze tijd ontwikkelden Egyptische christenen hun eigen taal- en textieltradities, waarbij ze de Romeinse en Egyptische iconografie vermengden. Koptisch textiel uit deze tijd staat bekend om hun ingewikkelde patronen, levendige kleuren en de integratie van symbolen zoals de ankh (die het leven vertegenwoordigt), naast Romeinse goden en christelijke heiligen.
Behoud en weergave
De hoed onderging een zorgvuldige conservering onder leiding van textielexpert Jacqui Hyman. Ondanks schade door motten werd het artefact gestabiliseerd met handgeverfde materialen om de oorspronkelijke vorm te herstellen. De hoed is nu voor het eerst te zien en biedt een zeldzame kans om dit tastbare stukje geschiedenis te bekijken.
Zoals Hyman opmerkt, belichaamt de hoed een verloren verhaal: “Deze hoed is gemaakt om gedragen te worden… als hij maar kon praten en ons kon vertellen wie hem gemaakt heeft en wie hem droeg.”
Het voortbestaan van de hoed biedt een uitzonderlijk inzicht in de culturele versmelting en praktische aanpassingen van het leven in Romeins Egypte. Het is een bewijs van de veerkracht van textiel en de blijvende verhalen die het bevat.






























