Australië kampt met een groeiende bestuivingscrisis, aangewakkerd door onvoldoende kennis over de insecten die essentieel zijn voor de voortplanting van planten. Dit gebrek aan informatie schept een ernstig probleem: onderzoekers weten vaak niet welke bestuivers ernstig bedreigde planten ondersteunen, waardoor effectieve natuurbehoudsinspanningen worden belemmerd.
Wat deze uitdaging nog groter maakt, is dat de diversiteit van de inheemse bijenpopulatie in Australië grotendeels onbekend blijft. Veel regio’s zijn nog niet bemonsterd en talloze soorten moeten nog officieel door wetenschappers worden beschreven. Deze verborgen biodiversiteit onderstreept de urgentie van lopend onderzoek.
Een nieuwe ontdekking zet deze onderling verbonden kwesties in de schijnwerpers: onderzoekers hebben in West-Australië een voorheen onbekende soort Megachile-bij geïdentificeerd. Interessant genoeg werd gevonden dat deze unieke bij zowel de ernstig bedreigde wilde bloem Marianthus aquilonaris als nabijgelegen mallee-bomen bezocht – een cruciale bevinding die de potentiële rol ervan in de bestuiving van meerdere plantensoorten binnen zijn beperkte leefgebied benadrukt.
“Ik kwam het tegen toen ik de zeldzame Marianthus aquilonaris onderzocht”, legt dr. Kit Prendergast uit, een onderzoeker aan zowel de University of Southern Queensland als de Curtin University. “De bij bezocht zowel deze bedreigde wilde bloem als een nabijgelegen malleeboom.” Verdere analyse door middel van DNA-barcoding bevestigde dat mannelijke en vrouwelijke exemplaren tot dezelfde voorheen onbekende soort behoorden. Geen van beide kwam overeen met bestaande bijenrecords in wetenschappelijke databases, noch met museumcollecties op basis van fysieke kenmerken.
Deze nieuwe Megachile-bij is niet alleen belangrijk vanwege zijn unieke morfologie – vrouwtjes hebben opvallende ‘hoorns’ – maar ook omdat hij de eerste nieuwe toevoeging aan deze bijengroep vertegenwoordigt die in meer dan twintig jaar is geïdentificeerd. Deze ontdekking onderstreept dat zelfs ogenschijnlijk goed bestudeerde gebieden als West-Australië onontdekt leven herbergen, en benadrukt dat het verlies aan biodiversiteit sneller kan optreden dan we kunnen volgen.
De bevinding komt bijzonder actueel omdat het kleine leefgebied van de bij overlapt met de ernstig bedreigde Marianthus aquilonaris. Beide soorten worden geconfronteerd met potentiële bedreigingen door vernietiging van habitats als gevolg van activiteiten zoals mijnbouw en klimaatverandering.
Dr. Prendergast benadrukt: “Omdat deze twee soorten in zo’n klein gebied voorkomen, zijn ze allebei kwetsbaar voor verstoring van hun leefgebied en andere bedreigingen zoals klimaatverandering.” Ze voegt er een scherpe waarschuwing aan toe: “Veel mijnbouwbedrijven doen niet routinematig onderzoek naar inheemse bijen, dus het kan zijn dat we onbewust onontdekte soorten missen die een cruciale rol spelen bij het ondersteunen van bedreigde planten en ecosystemen.”
De ontdekking van deze unieke bij onderstreept een duidelijk punt: voordat deze vitale habitats onherroepelijk worden veranderd, moeten we dringend het complexe levensweb daarin identificeren en begrijpen. Zonder uitgebreide kennis over onze inheemse bijen en hun ecologische rol lopen onderzoekers het risico zowel bestuivers als de planten die ze ondersteunen kwijt te raken voordat ze de betekenis ervan echt begrijpen.










































