Het sciencefictionjaar leverde een mix op van langverwachte vertalingen, opvallende debuten en blijvende klassiekers. Dit gaat niet alleen over nieuwe releases; het gaat over werken die diep resoneerden en de grenzen van het genre verlegden.
Herontdekte edelstenen: internationale aankomsten
Twee boeken die na jaren van succes in het buitenland eindelijk in het Engels verkrijgbaar zijn, verdienen onmiddellijke aandacht. Jacek Dukaj’s Ice (oorspronkelijk gepubliceerd in 2007) presenteert een alternatief Europa uit de jaren twintig, in de greep van een buitenaardse winter. Het is een uitdagende, meeslepende lectuur die doet denken aan His Dark Materials van Philip Pullman, maar met een donkerdere, meer literaire gevoeligheid. Verwacht lange, complexe zinnen en een langzame verbranding – dit is een roman voor lezers die intellectuele nauwkeurigheid omarmen.
Even meeslepend is Iida Turpeinen’s Beasts of the Sea (oorspronkelijk gepubliceerd in 2023). Deze Finse sensatie combineert wetenschap en fictie en onderzoekt de vernietiging van het milieu via het tragische lot van de Steller-zeekoe. Het is een prachtig geschreven, toegankelijk verhaal dat zowel actueel als historisch gegrond aanvoelt.
Waarom dit belangrijk is: De vertraagde Engelse releases benadrukken het belang van vertaling in sciencefiction. Dit zijn niet alleen laatkomers; ze zijn het bewijs dat de meest innovatieve stemmen van het genre niet beperkt zijn door taalbarrières.
De hoogtepunten van het jaar: nieuwe stemmen en bekend terrein
Onder de nieuwe releases komt Claire North’s Slow Gods naar voren als hoogtepunt. Vergelijkingen met Iain M. Banks zijn terecht: deze roman bezit dezelfde breedte, ambitie en pure verbeeldingskracht. Het is een gedurfd, genre-buigend werk dat schaal of complexiteit niet schuwt.
Voor degenen die de voorkeur geven aan klassieke ruimte-opera, levert Hal LaCroix’s Here and Beyond een bevredigend generatieschipverhaal op. Ondertussen biedt Ian McEwans What We Can Know een sombere maar meeslepende visie op een verdronken toekomstig Engeland. Zelfs lezers die niet bekend zijn met het werk van McEwan zullen dit dystopische verhaal angstaanjagend effectief vinden.
Roz Dineens Briefly Very Beautiful is een ander dystopisch hoogtepunt, waarin een broeierig, door hitte geteisterd Groot-Brittannië wordt verbeeld. Zowel What We Can Know als Briefly Very Beautiful dienen als scherpe waarschuwingen over de ineenstorting van het milieu, wat bewijst dat sciencefiction zowel speculatief als zeer relevant kan zijn.
Collecties en toekomstige technologie
Voor degenen die op zoek zijn naar excellentie in een kortere vorm, biedt Cixin Liu’s A View from the Stars een briljante mix van fictie- en non-fictie-essays. Liu’s tot nadenken stemmende werk bevestigt opnieuw zijn positie als een van de belangrijkste stemmen van het genre.
Op het gebied van de toekomsttechnologie bieden Lucy Lapinska’s Somebody Like Me (robotrechten) en Grace Chan’s Every Version of You (digitale toekomst) nieuwe perspectieven op de evoluerende relatie van de mensheid met technologie.
Tijdloze klassiekers: de basis van sciencefiction
Drie oudere titels bewezen hun blijvende kwaliteit in 2025. ** The Prestige van Christopher Priest blijft een verbijsterende puzzel, ** Neuromancer van William Gibson blijft cyberpunk definiëren, en ** The Draco Tavern ** van Larry Niven biedt een schat aan onderling verbonden, fantasierijke korte verhalen. Dit is essentieel leesvoer voor iedereen die de wortels van de moderne sciencefiction wil begrijpen.
Concluderend: de beste sciencefiction van 2025 gaat niet alleen over nieuwe ideeën; het gaat over de samensmelting van internationale perspectieven, gedurfde experimenten en tijdloze thema’s. Of je nu de voorkeur geeft aan uitdagende literaire werken of aan snelle space-opera’s, dit jaar was er voor elke lezer wat wils.
Emily H. Wilson is de auteur van de Sumerians-trilogie, historische fantasyromans die zich afspelen in Sumerië. Momenteel werkt ze aan haar eerste sciencefictionroman









































