Het vaccinstandpunt van RFK Jr. hervormt het CDC-beleid, ondanks eerdere toezeggingen

13

De recente omkering door de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) van een verklaring over vaccins en autisme benadrukt de groeiende invloed van het scepticisme van minister van Volksgezondheid Robert F. Kennedy Jr. ten aanzien van vaccinatie. Deze beleidswijziging roept ernstige vragen op over de vraag of eerdere toezeggingen aan sceptische senatoren, met name senator Bill Cassidy, zijn nagekomen.

De deal met Cassidy

Senator Cassidy, een arts en voorzitter van de Gezondheidscommissie van de Senaat, aarzelde aanvankelijk voordat hij stemde om Kennedy Jr. te bevestigen. Hij zocht concrete toezeggingen om de implementatie van anti-vaccinatiebeleid binnen het agentschap te voorkomen. In een openbare toespraak in de Senaat gaf Cassidy gedetailleerde specifieke concessies die hij zou hebben gekregen van Kennedy Jr., gericht op het beperken van zijn vermogen om initiatieven op het gebied van de volksgezondheid te ondermijnen.

Gebroken beloften

Negen maanden later lijken verschillende van deze belangrijke beloften onvervuld. De herziene verklaring van de CDC over vaccins en autisme is een direct voorbeeld. Hoewel het bureau volhoudt dat vaccins veilig en effectief zijn, toont de aanvankelijke intrekking van de bewering dat vaccins geen autisme veroorzaken de bereidheid aan om lang in diskrediet gebrachte claims te aanvaarden. Dit heeft geleid tot kritiek van deskundigen op het gebied van de volksgezondheid, die vrezen dat de persoonlijke opvattingen van Kennedy Jr. nu de wetenschappelijke boodschap dicteren.

Waarom dit belangrijk is

De situatie onderstreept het potentieel voor persoonlijke overtuigingen om op bewijs gebaseerde beleidsbeslissingen terzijde te schuiven. De geschiedenis van RFK Jr. in het promoten van anti-vaccintheorieën is goed gedocumenteerd, en zijn benoeming heeft al tot bezorgdheid geleid onder medische professionals en pleitbezorgers van de volksgezondheid. De stap van de CDC, gecombineerd met de schijnbare schending van toezeggingen aan wetgevers, roept bredere vragen op over de verantwoordingsplicht en de vraag of politieke compromissen de openbare veiligheid in gevaar zullen brengen.

De huidige situatie laat zien dat garanties die tijdens bevestigingshoorzittingen worden gegeven, zich mogelijk niet vertalen in concrete actie, en dat diepgewortelde persoonlijke overtuigingen zelfs het meest kritische volksgezondheidsbeleid kunnen beïnvloeden.