De groeiende energiehonger van AI bedreigt de Net Zero Goals

11

De bloeiende kunstmatige intelligentie (AI)-industrie staat voor een cruciale uitdaging: de snel groeiende datacenters dreigen de doelstellingen voor een netto-nul-koolstofuitstoot te laten ontsporen. Een nieuwe studie waarschuwt dat de huidige trends wijzen op een enorm energietekort en aanzienlijke druk op het milieu in 2030, tenzij er drastische maatregelen worden genomen.

Onderzoekers van Cornell University hebben het potentiële energieverbruik en waterverbruik van toonaangevende AI-servers tot 2030 gemodelleerd. Hun bevindingen schetsen een zorgwekkend beeld. Ze schatten dat de inzet van AI-servers jaarlijks 731 miljoen tot 1,125 miljard kubieke meter water nodig zou kunnen hebben, terwijl er jaarlijks een equivalent van 24 tot 44 miljoen ton kooldioxide-uitstoot zou ontstaan.

Deze ontnuchterende projectie hangt af van factoren als het tempo van de adoptie van AI, het aantal geproduceerde krachtige servers en de geografische locatie van nieuwe datacenters in de Verenigde Staten. Opvallend is dat enkele grote technologiebedrijven die zwaar in AI hebben geïnvesteerd, waaronder Google, Microsoft en Meta, publiekelijk hebben beloofd om tegen 2030 een netto-nuluitstoot te bereiken.

Locatie, efficiëntie en hernieuwbare energie: sleutels tot mitigatie

De studie identificeert drie belangrijke strategieën om deze potentiële gevolgen te verzachten:

  • Strategische plaatsing van datacenters: Het lokaliseren van datacenters in staten in het Midwesten, waar hernieuwbare energiebronnen vaker voorkomen en watervoorraden overvloediger zijn, kan zowel de uitstoot als het waterverbruik aanzienlijk verminderen.

  • Het koolstofvrij maken van de energievoorziening: De verschuiving van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare bronnen zoals zonne- en windenergie is essentieel voor het minimaliseren van de CO2-voetafdruk van AI-computing.

  • Verbetering van de efficiëntie van datacenters: Het optimaliseren van serverontwerp, koelsystemen en algemene energiebeheerpraktijken binnen datacenters kan hun algehele energiebehoefte aanzienlijk verminderen.

Deze gecombineerde strategieën zouden volgens de onderzoekers gezamenlijk de uitstoot van de industrie met 73 procent kunnen verminderen en de watervoetafdruk met maar liefst 86 procent.

Publieke oppositie compliceert de vergelijking

De implementatie van deze oplossingen stuit echter op aanzienlijke hindernissen. De groeiende publieke bezorgdheid over de impact van datacenters op het milieu leidt tot lokaal verzet in gebieden als Virginia, Pennsylvania, Texas, Arizona, Californië en Oregon. Data Center Watch, een onderzoeksbureau dat de ontwikkeling van datacenters volgt, meldt dat tegenstand vanuit de gemeenschap al projecten ter waarde van 64 miljard dollar heeft stopgezet.

Hoewel deze tegenslag de noodzaak van een verantwoorde inzet van datacenters benadrukt, onderstreept het ook de complexe sociaal-politieke uitdagingen rond technologische vooruitgang.

Een oproep tot transparantie en actie

De bevindingen van het Cornell-onderzoek worden door experts op het gebied van AI-duurzaamheid met voorzichtig optimisme ontvangen. Hoewel ze erkennen dat het moeilijk is om snelle technologische vooruitgang te voorspellen, benadrukken ze de dringende behoefte aan transparantie binnen de AI-sector.

Sasha Luccioni van Hugging Face pleit voor meer openheid over de energie- en computervereisten van AI-modellen. Ze is van mening dat openbaar beschikbare informatie over energieverbruik, gekoppeld aan duidelijke toezeggingen van ontwikkelaars om hun impact op het milieu te verminderen, cruciale stappen zijn in de richting van verantwoorde AI-ontwikkeling.

De race om het potentieel van AI te ontsluiten mag niet ten koste gaan van onze planeet. Dit onderzoek onderstreept de noodzaak van onmiddellijke actie: het optimaliseren van de locaties en activiteiten van datacenters, de transitie naar hernieuwbare energiebronnen en het bevorderen van grotere transparantie gedurende de hele AI-levenscyclus. Alleen dan kan de industrie hopen haar ambitie te verzoenen met een duurzame toekomst.